SV | En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israel waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd. |
WLC | וַיַּ֨עַשׂ מֵהֶ֜ם שִׁבְעִ֥ים אֶ֙לֶף֙ סַבָּ֔ל וּשְׁמֹנִ֥ים אֶ֖לֶף חֹצֵ֣ב בָּהָ֑ר וּשְׁלֹ֤שֶׁת אֲלָפִים֙ וְשֵׁ֣שׁ מֵאֹ֔ות מְנַצְּחִ֖ים לְהַעֲבִ֥יד אֶת־הָעָֽם׃ |
Trans. | 2:16 wayyisəpōr šəlōmōh kāl-hā’ănāšîm hagêrîm ’ăšer bə’ereṣ yiśərā’ēl ’aḥărê hassəfār ’ăšer səfārām dāwîḏ ’āḇîw wayyimmāṣə’û mē’â waḥămiššîm ’elef ûšəlōšeṯ ’ălāfîm wəšēš mē’wōṯ: |
En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israel waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Salomo telde al de vreemde mannen, die in het land van Israël waren, achtervolgens de telling, met dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden honderd drie en vijftig duizend en zeshonderd.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!